hoofdas |
blauwgroen tot olijfgroen, met veel kalkaanslag,
tot 1,5 mm dik, internodien 2-3 x de lengte van de takken |
schors |
diplostich, jonge delen tylacanth, oude
internodien schijnbaar aulacanth maar op doorsnede zichtbaar
tylacanth |
stekels |
kort, meestal enkele lange stekels vlak
boven de knopen, stomp, vaak 2 bij elkaar |
stipulae |
kort, stomp |
takken |
tot 2 cm lang, met circa 4 beschorste segmenten |
bracteae |
voorste (adaxiaal) vrij lang, achterste
(abaxiaal) rudimentair, bracteolae langer dan het oogonium |
eindtak/eindsegment |
onbeschorst, 2-3 cellig |
eindcel |
lang, spits |
een/tweehuizigheid |
eenhuizig |
oogonia |
tot 1 mm lang; 0,7 mm breed |
antheridia |
tot 0,6 mm in diameter |
oosporen |
tot 0,7 mm lang; 0,45 mm breed |
oosporenmembraan |
glad |