A ondiepe watervorm x 0,7, B kranstop x 2, C diepwatervorm x 0,7, D kranstop met 'gekamde' assen x 2, E kranstop van plant uit snelstromend water x 6, F vrouwelijke kranstakken x 6, G geisoleerde kranstakken van een hoofdje x 6, H jong oogonium x 20, I oospore x 40, J einddactyl x 20.